37 Bernart Gerartss ende Henrick Gisberts respective borgmeesteren des dorps ende herlicheijts Geffen gelooven te betaelen den 20-5-1627 aen Jacob sone Embert Bruesten de somme van 50 carolus gulden, bijden vors Bernarden ende Henrick in hennen noot tot behoeff vanden dorpe vors ontfangen, geleent ende opgenomen. 
Getuijgen sijn hier over geweest schepenen in Geffen vanden Ghoor ende Vercreijel; 20-5-1626. 
[in marge:] dese obligatie gequeten bij Bernart Gerarts ende Henr. Gisb. aen handen Jacob Emb. deesen 28-5-1627. 
Datering: 20-5-1626; 28-5-1627
Pagina: 37-37
Plaats: Geffen
Toegangsnummer: 7341
Inventarisnummer: 25
Bron: Schepenbanken
Geografische namen: Geffen

120 Pauwels sone Aert Janssen van Tijell wonende in Geffen heeft een huijs, boomgart ende erffenisse met den houtwasch daer rontsom liggende tsamen ontrent 5 lopensaten in Geffen ter plaetsen genoempt aenden Berch, belendingen: Jan Henricx Vercreijel; erffe des h. geest tot sHertogenbosch; Adam de Snijder; de gemeijn berch straet; item een stucxken tuellants groot ontrent een vaetsaet gelegen ter plaetsen vors, belendingen: erffve des vors heijligen geest; den vors Adam den Snijder; de voors 5 lopensaten; den breden wech; als hem van sijn ouders met vollen recht sijn aengecomen (schepenbrief Geffen 26-1-1622); vercocht aen Lijsken naegelaten weduwe Embert Bruesten. Belast met een erfcijns of pacht van 3 gulden aen derfgenamen Lijsken Peter Goossens; een losrente van 14 gulden aen Melchior Donckarts tot sHertogenbosch. 
Testes scabini Willem Fredericx vanden Ghoor ende Hendrick Janss Vercreijel. Actum 29-4-1628. 
Lijsken naegelaten weduwe Embert Bruesten heeft gelooft op reael verbant van dat huijs, hoff etc. aen Pauwels Aertss van Tijel de somme van 150 carolus gulden te betalen inden hoochtijt van kersmis eerstcomende; item de somme van 200 carolus gulden met 12 gulden te betalen 1-5-1629; procederende de selve penningen van coope des vors 5 lopensaten metten vors huijse etc. 
Actum et testes ut supra. 
[in marge:] op heden 19-10-1629 heeft Lisken weduwe Embert Bruesten dese obligatie met den achterstel tenemael aen Pauls Aertsen van Thiel gequeten ende voldaen in presentie vande Vande Goor ende Antthonis Reijnders schepenen. Quod attestor J. de Vries. 
Datering: 29-4-1628; 19-10-1629
Pagina: 128-129
Plaats: Geffen
Toegangsnummer: 7341
Inventarisnummer: 25
Bron: Schepenbanken
Geografische namen: Geffen

127 Willem den jonghsten ter eenre, ende Guilliam Eijmberts met de kinderen ende erffgenaemen van Jacob Aerts van Creijl als getrout geweest met Antonisken zijne huijsvrouwe zaliger, geassisteert met den voorn Jacob Aert van Creijl haeren vader, Jan Hendrickx van Creijl als gecooren momboir in desen over de kinderen van Gerrit Jans Kleermaecker ende Lijneken Eijmberts zaliger ende den gemelten Willem den jonghsten sich sterck maeckende voorde de rato caverende voor Jan Jans van Heck als getrout met Heijlken ter andere zijde, alle kinderen ende erffgenaemen van Eijmbert Bruijssen ende Lijsken Claessen zaliger echteluijden; hebben een erffelijcke scheijdinghe ende deijlinghe over de naergespecificeerde goederen gemaakt, mits de doot van Bruijst Eijmberts haeren respectiven broeder op hen gedevolveert. 
(1) Willem Eijmberts den jonghsten is te deel gevallen huijs ende hoff etc. int geheel 6 vaetsaet in Geffen ter plaetsche aent Bercheijnt, noord de gemeijne berchstraet; zuid den breeden wech; oost den heijligen geest tot s’Hartogenbosch; west Jan Hendrickx van Creijl voornoemt met meer anderen; noch 5 vaetsaet teullants met den houtgewasch daer aen gelegen genaempt de kneuterkens, in Geffen, belendingen: oost Toriken Rem Ceelen erffgenaemen tot Osch; west Paulus Aerts van Creijl; zuide Bartholomeus Jan Bartholomeus; noord den gemeijnen breeden wech; noch eenen hoff teullants groot ontrent 4 vaetsaet, in Geffen ter plaetsche genoempt den caudenoort, belendingen: oost en noord seeckere groeslanden genaempt de gemeijnte ofte drunckput; zuid de gemeijne berchstraet; west den h. geest binnen s’Hartogenbosch; noch eene mergen groeslant alhier opde gemeijnte ofte drunckput, belendingen: zuid de gemeijne berchstraet; noord Anthonis Jans van Leuth; oost Jan Ermert Aerts; west de kercke van Geffen; belast met 14 stuijvers jaerlijcx aenden rentmeester Schuijl als rentmeester vande geestelijcke goederen; noch de helfte van 7 hont hooijlants in Groot Lith 
Vervolg: ter plaetsche genoempt den bovenste peutercamp, belendingen: noord den langen campt; zuid de benedenste peutercamp; oost den beertencamp; west Anthonis Anthonissen van Rosmaelen, belast met de helft van den heeren chijns aldaer; noch de helfte van 5½ hont hooijlants onder Littoijen ter plaetsche genoempt Rijckers beempt, belendingen: zuid de polderdijck; noord de Middelgraeff; Dirck Jan Dirckx Clingh; Jan Hermans van Elshout woonende tot Lith.
 (2) de voornoemde Willem den jonghsten, Guilliam Eijmberts, Jacob Aerts van Creijl, Jan Hendrickx van Creijl ende Jan Janssen van Heck, ider in haere qualiteijt, is te deel gevallen: de helfte van eenen camp teullants genaempt Jan Hendrickx camp groot int geheel 12 vaetsaet, in Geffen ter plaetsche genoempt aent bercheijnt, waer van de andere helfte toebehoort Anthonis Gijsberts van Mugheuvel, alnoch ongescheijden, belendingen: oost jonker Cornelis de Latour heere van Zegers capelle; west Jacob Jan Willems; noord den heere van Zegers capelle voornt.; zuid Lijsken weduwe Cornelis Hendrickx van Creijl met meer anderen; noch eenen streep teullants groot ontrent 2 vaetsaet tot Geffen ter plaetsche genoempt Raeijmaeckers streep, belendingen: oost de heere van Zegerscapelle; west erfgenamen Jacob Rembouts van Grinsven; zuid Joost Herculus vande Weeghe met meer anderen; noord Lijsken weduwe Cornelis Hendrickx van Creijl; noch eenen streep teullants groot ontrent 3 vaetsaet in Geffen ter plaetsche genoempt aende heijde, belendingen: noord de gemeijne heijde; zuid Peter Willem Peters tot Hees; oost Willem Jans van Oetelaer; west Adriaen Jan Meusen met meer anderen; noch een stuck teullants groot ontrent een sester saet gelegen in Geffen ter plaetsche genoempt in Roeloff Aerts camp, belendingen: oost erfgenamen Aert Igeroms; west seeckere vorse toebehoorende Adriaen Hendrickx van Creijl; noord oock opde erve van Adriaen Hendrickx voornt; zuid Jenneken dochtere Claes Goossense van Leuken;
Vervolg 2: noch een campken teullants groot ontrent een sestersaet met den houtwas, in Geffen ter plaetsche genoempt Beelen campken, belendingen: oost Claes Willem Jan Melissen; west erfgenamen Nicolaes Kuijsten tot s’Hartogenbosch; noord Claes Willems voornt.; zuid de gemelte erfgenamen van Nicolaes Kuijsten; noch 5 hont groeslants in Geffen opde gemeijnte ofte drunckputh, belendingen: noord Anthonis Jans van Leuth; zuid de gemeijne berchstraet; oost erfgenamen Jan Jan Willems; west Jan Anthonissen van Creijl; noch de helfte van 7 hont hooijlants in Groot Lith ter plaetsche genoempt den bovenste peutercamp, belendingen: noord den langen camp; zuid den benedenste peutercamp; oost beertencamp; west Anthonis Anthonis van Rosmaelen, waer van de andere helfte met dese scheijdinge is toegedeijlt Willem Eijmberts den jonghsten mededeijlder; noch de helfte van 5½ hont hooijlants waer van de andere helft aan de mededeijlder, onder Littoijen ter plaetsche Rijckaerts beempt, belendingen: zuid den polderdijck; noord de middelgraef; Dirck Jan Dirckx Clingh; Jan Hermans van Elshout woonende ott Lith.
 Getuijgen waeren hier over Bernardt Gerardts president ende Nicolaes Cornelis van Uden, schepenen in Geffen.
Datering: 27-2-1662
Pagina: 294-298
Plaats: Geffen
Toegangsnummer: 7341
Inventarisnummer: 28
Bron: Schepenbanken
Geografische namen: Geffen