82 Erffdeijlinge tusschen de kijnderen van Thomas Corneliss. 
Cornelis, Willen, Jan, Lambert ende Thonis gebroederen, kijnderen wijlen Thomas Corneliss, Marten sone Wouter Aert Danijels als man van Jenneken een dochter van Thomas Corneliss voirs; Willem sone Mattheus Goijarts ende Lambert Thomass vors als momboren over Henricxken dochtere des vors Willem Mattheuss verwect bij Peterken sijne ierste huijsvrouwe ende Cornelis Thomass vors ende Hendrick sone Jacob Hendricxs als momboren over Jenneken dochtere wijlen Gijsbert Jan Dircx verwect bij Metken, gesustren ende kijnderen des vors Thomas Corneliss ende Catharina sijne huijsvrouwe tsamen verwect; hebben gemaect een erffdeijlinge ende erffsceijdinge van alle de goederen erffen ende renthen bijde vors henne ouders hen achtergelaten. 
(1) Cornelis sone Thomas Corneliss is te deel gevallen: een bauwhuijs ende schuer, hoff, boomgart met den eijcke boomen, hout wass ende tuellande dijen aenliggende, groot ontrent 6 lopense lants in Berlicum ter plaetse genoempt op de Steghe, belendingen: de gemeijn strate gemeijnlijck genoempt de hoochstege; kinderen en erfgenamen Gerart Corneliss; Jan Janss de Bitter; Lijsken Aert Peter Colen item sall dit loth hebben 50 gulden staende op obligatie aen Jan Heijmans metten achtstell van dijen. Belast met een mudde roggen reducibel aende erfgenamen van jonker Henrick Franss van Gestel; de achterste landerijen in dese deijlinge begreepen ende oock alle andere daer toe gerecht sijnde daer over te weghen. 
(2) Willem sone Tomas Corneliss is te deel gevallen: d’esthuijs, den gront ende den strepe daer teijnden met de twee naestaenliggende streepen, mitsgaders de houtwass daer op staende, groot ontrent de selve 3 streepen 4 lopense lants aldaar, belendingen: Lijsken Aert Peter Colen; Jan sone Tomas Cornelissen; kinderen en erfgenamen Gerart Corneliss; erfgenamen Mattheus Thonis Smolders; item eenen streep tuellants met sijne houtwass groot ontrent een sesterse lants aldaar, belendingen: 
Vervolg: Jan Tomass; Lambert Tomass oostwarts; Jan Philips; Jan Emberts; item de gerechte hellichte van eenen weijcamp groot ontrent 4 lopense aldaar, belendingen: Jan Tomass oost; Lambert Tomass west; kinderen Gerart Corneliss; Teuwen Toniss; item de hellichte in eenen camp van 3½ mergen aende vlijmensche dijck inden ham aldaer; item de hellicht van een schaer weijen gelegen in de peper, met noch de hellicht van zeeckere actie dije bij hen daer in wort gepretendeert ende den gelijcken erffgenamen bekent. Belast met over de vors parceelen te laten wegen alle henne mede condividenten ende den geene van rechts wegen daer door ende over geweecht sijnde.
 (3) Jan sone Tomas Corneliss is te deel gevallen: twee streepen tuellants met sijne houtwass groot ontrent 4 lopense aldaar, belendingen: Willem Tomass; Lambert Tomass oostwarts; erfgenamen Gerart Corneliss; Teuwen Toniss vors; noch eenen streep hoplants ofte tuellants met de houtwass groot ontrent 2 lopense aldaar, belendingen: erfgenamen Gerart Corneliss; Willem Tomass; Jan Philipss; Jan Eijmberts; item 2 streepen nieuwlants groot ontrent 4 lopense aldaar, belendingen: Jan Eijmberts; Willem Tomass; erfgenamen Gerart Corneliss; Heesken Jacob Martens; item de hellichte in eenen camp van 3½ mergen lants inde ham aende vlijmense dijck aldaer; item de hellicht van een scaer weijen gelegen inde peper met noch de hellicht van zeeckere actie dije bijde gelijcke erffgenamen daer in noch wort gepretendeert; item noch een renthe ofte obligatie van 100 guldens eens aen Willem Gerarts vande Loo.
 (4) Lambert Tomas Corneliss is te deel gevallen: 2 streepen tuellants groot ontrent 4 lopense lants met noch de hellichte van eenen weijcamp groot ontrent oock 4 lopense tsamen malcanderen aen eenen plack aenliggende, aldaar, belendingen: Jan Tomass; Willem Tomass oostwarts; erfgenamen Gerart Corneliss; Teuwen Tonis Smolders; item eenen streep tuellants groot ontrent 2 lopense lants met de houtwass daer bij gelegen aldaar, belendingen:
Vervolg 2: Willem Tomass; Jan Hendrick Goijarts; Jan Philipss; Jan Eijmberts; item een mergen groeslants in eenen camp van 5 mergen onder Roosmalen opten block gemeijnlijck genoempt sweertsblock. Belast met over de vors parceelen te laten wegen alle henne mede condividenten ende den geenen van rechts weghen daer door ende over geweecht sijnde. Ende sullen de vors Lambert ende Willem Tomass eenen grafft moeten opgraven in teinden vanden vors weijcamp breet 10 voeten, halff ende halff gaende, gelijck alle andere grafften tusschen partijen condividenten erffen liggende oock halff ende halff sullen gaen ende gehouden worden.
 (5) Thonis sone Thomas Corneliss is te deel gevallen: een huijs, esthuijs, schoppe, hoff, boomgart met de landerijen daer bij ende aen liggende groot ontrent 6 lopense latns in Berlicum aende looffartschen boom, belendingen: Willemken weduwe Jan Tonis Colen ende een stege; kinderen Lambert Toniss; kinderen Bauwen Rutten; de gemeijn strate; item een obligatie van 50 gulden eens staende aen Sijmon Goijartss. Belast met erffelijck 2 gulden 10 stuijvers aende geinteresseerden binnen sHertogenbosch; met noch 7 stuijvers jaerlijcx aende rectoir der capellen tot Middelrode.
 (6) Lambert Tomass ende Willem Mattheuss als vaderlijcke mombor over Henricxken sijne dochter verwect bij Peterken tot behoeff vande selve Henricxken onmondige vornt is te deel gevallen: 2 stucken tuellants groot ontrent 4 lopense lants onder Roosmalen op de hoeffve, belendingen: erffve des convents vanden Ulenborch binnen sHertogenbosch; de vors Willemken Jan Toniss; Willem Gerartss vande Loo; erfgenamen Joachim Corneliss; item een drijcantich hopveltken groot ontrent een sesterse lants onder Berlicum aende looffartschen boom, belendingen: de vors Willemken Jan Toniss; erfgenamen Bauwen Rotten; de weteringe aldaer vlijetende; Tonis Tomass;
Datering: 7-11-1642
Pagina: 40r / 63r-43v / 66v
Plaats: Berlicum
Toegangsnummer: 5120
Inventarisnummer: 56
Bron: Schepenbanken
Geografische namen: Berlicum
 
148 Erffdeijlinghe tusschen de kijnderen ende erffgenamen van Gerart Corneliss vande goederen opde stege gelegen. 
Alsoo Willem ende Jan gebroederen kijnderen Thomas Corneliss van Gerwen ende Marten Wouters als man van Jenneken Tomas Corneliss van Gerwen, in cope vercregen hadden van Hendrick sone Peter Andrijess als man van Peterken dochtere Gerart Corneliss de gerechte hellichte in een huijs, hoff, boomgart, tuellant, hoplant, ende eenen weijcamp met de nieuw landerijen daer in gemaect malcanderen aen eenen plack aenliggende groot ontrent int geheel 22 lopense lants in Berlicum ter plaetse opte hoochstege, belendingen: Jan Janss de Bitter ende derffgenamen Tomas Corneliss van Gerwen; Marten sone Wouter Aertss; Jan Thomas Corneliss (schepenbrief Berlicum d.d. 19-1-1645); ende alsoo de selve andere hellichte inde vors huijs, hoff ende erffgronden competeerde Adriaen sone Willem Wouters als man van Emken dochtere Gerart Corneliss sijne huijsvrouwe ongesceijden ende ongedeijlt; soo hebben de vors Willem ende Jan gebroederen soonen Tomas Corneliss van Gerwen ende Marten Wouterss vornt. ter eenre ende Adriaen sone Willem Wouters in qualiteijt vornt. ter andere sijden, de vors erffgoederen gedeelt. 
(1) Adriaen Willem Wouters sall hebben een woonhuijs metten hoff ende den boomgart, metten streep lants daer het huijs op staet ende de vordere nieuw tuellanderijen achter den vors huijse aengelegen, metten hellichte vanden weijcamp daer oock naest aenliggende, groot ontrent tsamen in alles een mauwers lants, gelijck tselve tusschen hun condividenten is affgepaelt, in Berlicum ter plaetse opde hoochstege, belendingen: erffve der vors 3 condividenten Willem, Jan ende Marten; erffve des vors Willems, Jans ende Lamberts gebroederen kijnderen Thomas Corneliss van Gerwen; erfgenamen Jan Philipss; item 3 streepn tuellants aen malcanderen liggende, waer van den bovensten aen het hecken gat sijnde eenen ouden streep lants oostwarts gelegen inden iersten 
Vervolg: ende de 2 daernaestvolgende westwarts gelegen, sijnde nieuw lant sijn de andere andere streepen, tsamen groot ontrent 4 lopense lants, aldaar, belendingen: de vors Willem, Jan ende Marten condividenten; vorn. Jan Thomass van Gerwen ende Willem sijnen broedere in dese condividenten; erfgenamen des vorn. Jan Philipss; ende sullen dese vors parceelen van erfgronden hunnen wtwech hebben over den stege aldaer tussche de vors landerijen gelaten wtwarts neffens ende over erffve Marten Wouters vors tot opden steghe aldaer; ende sall insgelijcx moeten wegen alle de achterliggende landerijen daer over van rechts wegen geweecht sijnde.
 (2) Willem Thomas Corneliss van Gerwen, Jan Thomas sijnen broedere ende Marten Wouter Aertss hunnen swager sullen hebben een stuck tuellants met eenige ooftboomen daer in staende, groot ontrent een sesterse lants in Berlicum opde stege, belendingen: Marten Wouters vors; Adriaen Willemss; erfgenamen Peter Aert Colen ende Willem Tomass vornt.; Jan Janss de Bitter ende derffgenamen Jan Philipss; item de hellichte vande weijcamp met noch 2 streepen nieuwlants tsamen aen malcanderen liggende, groot ontrent 5 lopense lants, aldaar, belendingen: Adriaen Willemss; Willem Thomas van Gerwen ende Lambert sijnen broeder; erfgenamen Jan Philipss; item eenen streep tuellants groot ontrent anderhalff lopense lants aldaar, belendingen: erffve des vors Adriaen Willemss wesende den heckenstreep; Jan Thomas van Gerwen; Jan Eijmberts; erfgenamen Jan Philipss. Ende sullen deese vors erffgronden hunnen wtwech hebben over de stege aldaer tusschen de vors landerijen gelaten wtwarts neffens ende over erffve Marten Wouters vors tot opden stege aldaer ende sullen insgelijcx moeten wegen alle de achterliggende landerijen daer over van rechts wegen geweecht sijnde.
 Testes Jan Janss de Bitter, Jan Goijarts ende Peter Gerart Claess hac 4-7-1646.
Datering: 4-7-1646
Pagina: 13r / 114r-14r / 115r
Plaats: Berlicum
Toegangsnummer: 5120
Inventarisnummer: 56
Bron: Schepenbanken
Geografische namen: Berlicum